Duits militaire vliegveld uit WO II van Maldegem

Citadelpark Gent

Buskruitfabriek Cooppal Wetteren

Vliegvelden WO I Regio Gent

WO I Munitiepark Kwatrecht

De Dodendraad

De Hollandstellung - Duitse WO I bunkerlinie

Reichsschüle Flandern - SS-School Kwatrecht

Duitse Atlantic Wall Radarpost - Goldammer

WOI en II Munitiedepot De Ghellinck Zwijnaarde

Duitse gangen onder centrum Gent WOII

Publieke WOII Schuilplaatsen Groot Gent

Het Fort van Eben Emael

KW-linie

WO I - Kwatrecht - Melle

18 daagse veldtocht gekoppeld aan TPG

Neergestorte B17 te Kwatrecht 19-09-1944

De bevrijding WO II van de regio rond TPG

Details van de legers:

Gesneuveldenlijsten:

Contact en onbeantwoorde vragen

Media-aandacht

Copyright

Links

Korte geschiedenis van de Duitse militaire WO II vliegveld van Maldegem.

Het Belgische hulpvliegveld van Maldegem

Het vliegveld van Maldegem kende zijn ontstaan als een van 3 Belgisch Hulpvliegvelden in het Meetjesland. Dit waren Aalter, Maldegem en Ursel. De start van de aanleg van het vliegveld van Maldegem dateert van september 1939. Het vliegveld werd officieel van Belgische kant nog voor het einde van het jaar in gebruik genomen.

Toen de 18 daagse veldtocht uitbrak op 10 mei 1940 diende net die ochtend, eigenlijk los van de Duitse inval in België, de eerste Belgische vliegtuigen van de 2e Groep van het 3e Regiment Luchtvaart, te verhuizen naar Maldegem vanuit Evere. De eenheden die hiervoor voorzien waren, beschikten echter nog niet over toegewezen vliegtuigen zodat de verhuis in eerste instantie over de weg gebeurde. Het vliegveld werd dus die dagen alleen bezet door piloten en grondpersoneel zonder de nog niet aangekomen vliegtuigen.

Op 12 mei 1940 zou het vliegveld zijn eerste effectief militaire gebruik kennen van Franse jachtvliegtuigen behorende tot het 3e Escadron van de 1e Groupe de Chasse. Ze dienden vanuit die basis de doortocht van de Fransen naar Zuid Nederland, mee te beschermen vanuit de lucht. Nog later in de nacht zouden bijkomend een 25 tal Franse jachtvliegtuigen van het type Morane Saulniers aansluiten op Maldegem.

Franse Morane Saulnier (Foto: Replica)

Het bijhorende grondpersoneel kwam eveneens aan met heel wat camions. Alles werd zo verdekt mogelijk onder de bomen opgesteld en verborgen.

In eerste instantie werd er gelogeerd in de in de directe buurt aanwezige hoeves waar stallen en zolders als logement werden opgeëist. Uit Franse dagboeken is duidelijk op te maken dat ze niet zo graag te Maldegem gestationeerd waren omdat het vliegveld uit de lucht door Duitse bommenwerpers vrij gemakkelijk terug te vinden zou zijn geweest. Men vreesde er dus uit de lucht aangevallen te worden. Ze gebruikten al vrij snel het vliegveld enkel als tussenstation om vanuit Noord Frankrijk bij te tanken en door te vliegen op Nederland.

Op 13 mei 1940 vertrokken vanaf Maldegem nog een aantal patrouilles die wel degelijk confrontaties en luchtgevechten kenden boven Nederland. Er zouden zowel Duitse als Franse toestellen sneuvelen. Deze avond zouden de aanwezige Moranes Maldegem opnieuw verlaten en inruilen voor het Franse vliegveld van Norrent-Fontes (Noord Frankrijk).

Vanaf 14 mei 1940 bleef het wel een gaan en komen van diverse Franse vliegtuigen op het vliegveld. De toestand rond het vliegveld werd ook zeer hectisch. Er was Belgisch grondpersoneel en de streek werd op dat moment sowieso al doorkruist door allerhande Belgische eenheden die zich dienden te verplaatsen naar andere fronten. Bijkomend bleek het samenwerken tussen Fransen en Belgen veel te wensen over te laten. Door de strijd die hevig was in Zuid-Nederland werd de streek bijkomend ook nog eens overrompeld door een niet ophoudende stroom van vluchtelingen van Nederland naar Frankrijk toe. Deze dag zou een ouder Frans toestel een slechte landing inzetten en neerstorten op het vliegveld.

Op 16 mei 1940 landen voor het eerst rond 16u 8 Belgische Fairey Foxes te Maldegem van de Belgische 2e Groep van het 1e Regiment Luchtvaart. De nog aanwezige Fransen waren niet happig op de gelande Belgen en wilden dat deze zo snel mogelijk door zouden vliegen op Aalter, wat ze uiteindelijk ook deden.

Belgische Fairey Foxes - Schilderijtje H. De Vinck

Diezelfde dag zouden vanuit Maldegem nog Franse jachtvliegtuigen opstijgen met als bedoeling steun te geven aan Franse grondtroepen bij de verdediging van een belangrijke brug te Dendermonde. Het luchtruim was er toen al grotendeels in handen van de Deutsche Luftwaffe.

Op 17 mei 1940 is Maldegem nog steeds bezet door Franse Moranes en Blochs. Op dit moment is hun strijdtoneel al verlegd naar de regio van de Gentse haven.

De volgende dag 18 mei 1940 zullen de Franse Moranes en Blochs definitief Maldegem verlaten en ruilen voor Plessis-Belleville en Calais in Noord Frankrijk.

Frans Bloch 152 jachtvliegtuig - Foto Replica

Op 27 mei 1940 komen om 9u30 de eerste Duitsers toe op het vliegveld van Maldegem dat op dat moment dus geen militaire functie meer had voor de Belgen of de Fransen. De laatste Belgische troepen hadden ondertussen Maldegem ook al totaal dienen prijs te geven aan de Duitsers en het vliegveld werd dan ook op zich totaal niet meer verdedigd.

Opstarten van het Duitse WOII vliegveld te Maldegem - "Fliegerhorst Maldeghem"

Half Juni wordt het in Maldegem duidelijk dat de Duitsers zeker interesse hadden in de locatie van het vroegere Maldegemse vliegveld. Frankrijk stond op het punt ook zijn strijd te zullen moeten staken en daarna zou de slag om Engeland starten waarbij dit vliegveld voor jachtvliegtuigen van uiterste belang zou kunnen zijn.

Rond deze periode start dan ook de aanvoer van bouwmaterialen in de richting van het vliegveld. Het vliegveld werd omheind en de boeren werden verplicht met hun karren steenslag aan te leveren voor het verharden van landingsbanen en wegen. Ook eerder aangelegde drainages werden verbeterd alhoewel het drassig zijn van het terrein gans de tijd dat het vliegveld bleef bestaan een van de grootste problemen zou blijven. Rondom het vliegveld werd ook een boogvormige verharde baan gelegd om vlot met taxiënde vliegtuigen de startbanen te kunnen bereiken. De vliegtuigen stonden in het begin nog opgesteld in open lucht, deels verborgen achter boogvormige grondtaluds die waren overspannen met camouflagenetten.

Ter hoogte van de "Krommewege" werden bakstenen loodsen (Abstellboxen) opgetrokken met een houten dakgebinte bedekt met teerpapier. Deze konden voor de vliegtuigen toegankelijk gemaakt worden via grote houten schuifpoorten. Elk hangar omvatte 2 aaneengesloten gedeeltes en bood per deelhangar op die manier plaats aan 2 jachtvliegtuigen. Deze hangars waren verwarmd om het onderhoud in de beste omstandigheden te kunnen uitvoeren.

Veiligheid was van groot belang en op de grote wanden werd "Nicht Rauchen" geschilderd. Ook werden er rode letters "F" op de muur geschilderd met een pijl die aanduidde waar de brandblusser of een aantal emmers zand stonden om in nood een brand te kunnen blussen.

Een van de loodsen die iets verderop in het veld terug te vinden is. Aan de binnenzijde kan je nog deze fraaie teksten terugvinden.

Kort nadien zouden er ook 2 reusachtige booghangars worden opgetrokken op het vliegveld. De ene was grotendeels opgetrokken in baksteen, de andere stond op zware betonnen sokkels waartussen grote houten spanten werden gespannen..

Op het terrein werden ook grote reservoirs voorzien voor bluswater.

Om het geheel van gebouwen behorende bij het vliegveld aan het oog te onttrekken werden deze vrij goed gecamoufleerd. De booghangar op Krommewege werd alvast met gigantische camouflagenetten overspannen.

Structuren werden heel vaak vaalgroen geverfd om zo minder op te vallen in het landschap.

Stand voor opstelling van 20 mm FLAK geschut gericht op de landings- en opstijgpiste. Dit om het vliegveld te beschermen tegen een eventuele vijandelijke landing hierop.

Aanwezige betonnen bunkers werden vaak geschilderd met baksteenmotieven om zo de indruk te geven dat het boerderijen waren.

Op het vliegveld werd zelfs opnieuw om het niet te sterk te laten opvallen als vliegveld, op ongebruikte zones, geboerd en gewassen aangeplant. Alles van landbouwactiviteiten werden gecoördineerd door een Duitse boer die zelf zijn eigen vee meebracht naar daar om verder mee te boeren.

Het Commando van het vliegplein was gevestigd in een hoeve die heden nog bestaat langs de noordkant van de weg met de naam "Vliegplein". Heden is de hoeve gebruikt door de firma "Potier Stone Natuursteen" en geheel vrij sterk verbouwd. De hoeve die het commandocenter was zelf, staat met zijn gevel naar een binnenkoer. Achteraan zie je trouwens nog altijd loodsen die tot in 2009 nog vrij authentiek waren maar ondertussen ook zwaar verbouwd zijn tot een woning. Daar stond ten tijde van het vliegveld de zwaardere voertuigen van de onderhouds- en hersteldienst van het vliegveld.

Google Streetview van deze hoeve. Links de situatie in 2009, rechts meer actueel rond 2019. Op de foto van 2009 zie je nog duidelijk het uitzicht van de oude loods.

Onderofficieren en soldaten werden gestationeerd in houten barakken op het terrein.

Aan de overzijde van het kruispunt van de N47 met Krommewege bevond zich de toenamige keuken en refter voor de onderofficieren en soldaten. Dit gebouw draagt wel wat misleidend de naam de "Kommanderie" terwijl het zeker niet het commandocentrum was van het vliegveld..

Het gebouw oogt qua bouwstijl typisch Duits en was opgetrokken met zeer dikke baksteenmuren met vrij kleine rechthoekige ramen die origineel afgesloten waren met stalen luiken. Het gebouw is volledig onderkelderd en kan zeker voor wat de kelders betreft, als een bomvrije ruimte. beschouwd worden.

In de zijvleugel werden aangename ruimtes voorzien om de onderofficieren zich wat thuis te laten voelen. De grote centrale ruimte bood plaats voor de bijhorende keuken en een gelachzaal met bijhorend podium.

Links: een blik in een van de kelderruimtes. Het ganse gebouw is op deze manier, vrij laag qua hoogte, onderkelderd. - Rechts: een blik in de grote hall heden gebruikt als feestzaal.

Op 13 juli 1940 sprong het vliegveld een eerste keer in het oog van de Britse bommenwerpers maar deze misten bij hun bombardement serieus hun doel en troffen enkele hoeves nabij Sint Jan in Eremo.

Vanaf het najaar van 1940 werd op Maldegem aan de Italiaanse 20e Gruppo gestationeerd. Deze eenheid maakte deel uit van de Corpo Aero Italiano, gekend onder de naam Urano. De gebruikte jachttoestellen bestonden uit Fiat G50 eendekkers. In totaal zouden op deze manier 4 regionale vliegvelden toegewezen worden aan de Italianen. Maldegem was hier één van. De andere 3 waren Melsbroek, Chièvres en Ursel. In totaal zakten op die manier een 100 tal Italiaanse toestellen af naar België verdeeld over deze 4 vliegvelden. Het commandocentrum zat in Evere;

Op 22 September 1940 vertrekken vanuit Ciampino (Italië) 45 Fiat G50 Jagers richting Maldegem. Deze zouden echter pas ter plaatse aankomen op 19 Oktober 1940. Bijkomend waren ze nog begeleid door 6 Caproni 133 transportvliegtuigen.

Italiaanse Fiat G50 eendekker jachtvliegtuig (Foto: www.world-war-2-planes.com)

Vanaf 6 Maart 1941, dus nog gelijktijdig met de Italianen werden te Maldegem ook een aantal Messerschmitt BF 109 "Emil" gestationeerd die speciaal uitgerust waren om onderaan de romp een zware bom te kunnen dragen. Deze jagers van het Duitse Jagdgeschwader 52 zouden bekend komen te staan als de Jabo's en dienden op die manier als Jachtbommenwerpers gronddoelen in Engeland te kunnen aanvallen.

Schets: boek "Oorlog in de Lucht - Lekturama"

Op 14 April 1941 verschijnen te Maldegem de eerste Messerschmitt Bf 109 "Friedrich" toestellen. Deze waren een nieuwer type van de "Emil" en dienden de zwaardere en met hun 250 kg zware bom, logge Jabo's te begeleiden tijdens hun vluchten. Deze nieuwe Messerschmitts waren onderdeel van Jagdgeschwader 53 Pik-As.

Een van de Messerschmitts Bf 109 F van het 53e Jachtgeschwader Pik As. Op de neus zie je duidelijk het "Peiken Aas" symbool waarmee ze gemakkelijk te herkennen waren.

De rest van dit Jagdgeschwader arriveerde rond 18 April 1941 nadat ze zo goed als hals over kop hun vorige basis te Berck-sur-Mer verlieten omdat deze zwaar op de grond was aangepakt door een bombardement met Britse Blenheims. Ze zouden vanaf 19 April 1941 een eerste bewakingsoprdacht uitvoeren langs de Belgische kust waarbij een Spitfire zal worden neergehaald. Deze bewakingsopdrachten zouden de komende dagen nog verschillende keren worden uitgevoerd zonder verdere contacten met de RAF. Op 21 April 1941 zouden de Jabo's Maldegem al opnieuw inruilen voor Wevelgem en kort nadien Stene en Oostende omdat deze korter bij Engeland waren gelegen en de Jabo's met die zware bom onder hun toestel sowieso al beperkt waren in hun vliegbereik en zeker niet zo vinnig meer waren om in geladen toestand te proberen ontkomen aan een vijandelijk toestel. Op 25 April 1941 zal bij een vlucht van 9 Messerschmitts 1 toestel met motorpech in de zee landen. De piloot zou verdrinken en nooit worden teruggevonden. Er zouden in de periode hierop volgend nog heel wat gelijkaardige opdrachten plaatsvinden die af en toe gepaard gingen met nieuwe contacten met de RAF.

Ook de in Maldegem aanwezige Italianen zouden amper ingezet worden tijdens de slag om Engeland. Eind April 1941 zullen ze opnieuw worden verplaatst naar de Libische woestijn om de woestijnoorlog daar te proberen in een goede plooi te krijgen.

Na het vertrek van de Italianen, wordt Maldegem opnieuw bezet met Duitse Messerschmitt Bf109 toestellen. Deze zouden vooral ingezet worden ter verdediging van het bezette grondgebied omdat na het stilvallen en mislukken van de slag om Engeland, er steeds meer geallieerde bombardementen op het bezette grondgebied plaatsvonden.

Tijdens de nacht van 17 op 18 mei 1941 worden door de Royal Air Force een aantal bommen afgegooid op Maldegem. Er is gelukkig voor de Duitsers zeer weinig schade.

Eind Mei 1941 wordt het Jagdgeschwader 53 uit Maldegem weggetrokken om door te trekken op Suwalki (Polen). Ze zouden worden ingezet bij operatie Barbarossa die kort nadien zou starten.

Rond 1 Juni 1941 wordt Maldegem bezet door de 2e Group van het Jagdgeschwader 26 "Schlageter" die met Messerschmitts Bf 109 E-7 vloog. Deze 2e Group omvatte in totaal een 40 tal toestellen waarvan er toch steeds een 30 tal permanent gebruiksklaar stonden. Het voltallige Jagdgeschwader 26 diende vanop verschillende vliegvelden in België en Noord-Frankrijk in te staan voor de verdediging van het bijhorende luchtruim.

Op 9 Juni 1941 wordt boven de Noordzee een Britse 2 motorige Vickers Wellington neergehaald. De piloot stort neer met zijn vliegtuig. De overige 5 bemanningsleden wisten met parachute het vliegtuig nog te verlaten en werden gevangen genomen door zeelieden van de Duitse Marine. Dezelfde dag wordt ook nog een Britse Blenheim neergehaald.

Foto: Britse Vickers-Wellington bommenwerper (Wikipedia)

Op 17 Juni 1941 wordt het ganse Geschwader 26 uitgestuurd op een grote Britse aanval met Blenheim bommenwerpers. Er zouden er 2 worden neergehaald. Op 21 Juni 1941 liep een nieuwe opdracht voor de Britse kust ongelukkig af voor 2 Duitse toestellen die werden neergehaald. Beiden konden nog hun vliegtuig verlaten met de parachute en werden gevangen genomen door de Britten. Als compensatie werd wel nog een Spitfire neergehaald boven Ramsgate. Vanaf 23 Juni 1941 werden meerdere contacten opgetekend rond de Franse kust in Noord Frankrijk. Zo werd een groep Spitfires aangevallen nabij het vliegveld van Mardijck (kust Noord Frankrijk). Hierbij werd 1 Spitfire neergehaald. Op 24 en 25 Juni 1941 werd er telkens nog een Spitfire uit de lucht gehaald te Gravelines en te Dunkerque. Bij de acties op 25 Juni 1941 werd echter ook een Messerschmitt zwaar beschadigd maar deze wist Maldegem opnieuw te bereiken. Op 26 Juni 1941 werden nogmaals 2 Spitfires neergehaald, nogmaals een te Mardijck en een te Dunkerque. Op 27 Juni 1941 werd te Marquise nog een Spitfire naar beneden gehaald maar ook de Britten wisten een Messerschmitt neer te halen. Bij een aanval op de electriciteitscentrale van Komen op 28 Juni 1941 komt het opnieuw tot een treffen waarbij 1 Messerschmitt in brand wordt geschoten en neerstort. De piloot weet zich uiteindelijk te redden maar loopt heel zware brandwonden op zodat een been geamputeerd diende te worden.

Wegens aanslepende drainageproblemen te Maldegem wordt beslist de 2e Groep van Geschwader 26 te verhuizen naar Moorsele.

In Oktober 1941 werd Maldegem toegewezen aan de ErgänzungsGruppe 26. Dit was een opleidingseenheid voor jonge nieuwe piloten. Deze kregen dan minder risico-volle opdrachten toegekend die gebeurden onder begeleiding van meer ervaren piloten die dan de grootste risico's in nood op hen namen. Op deze manier telde Maldegem opnieuw 16 Messerschmitts waarvan er toch steeds 10 operationeel waren.

Met het front in Rusland dat massa's nieuwe materiaal en ook piloten eiste, was er nood aan de opleidingen letterlijk te koppelen aan de eenheden zelf in plaats van in volledig aparte eenheden. De opleidingen voor het Westfront werden hierbij verhuisd naar het Zuiden van Frankrijk waar het in het algemeen mooi weer was en er weinig last was van vijandelijkheden.

Het vliegveld van Maldegem werd ondertussen wel verder uitgebreid. Er werd een nieuwe betonpiste opgetrokken tussen Krommewege en de Oude Gentweg met daar op aansluitend nog een piste voor taxiënde vliegtuigen en parking voor 23 vliegtuigen, overspannen met camouflagenetten.

Vrij centraal op het plein werd een hoeve opgetrokken die gecombineerd werd met een half ronde controletoren. Vanaf hier keek men uit op de landingsbanen van het vliegveld.

De foto hiernaast toont de boogvormige uitbouw op het uiteinde van de boerderij langs "Krommewege". Jammer genoeg werd dit zeer herkenbare gebouw ondertussen rond 2007 gesloopt omdat de eigenaar allicht bescherming van het unieke gebouw vreesde... Het respectievelijke terrein is sindsdien nog altijd onbebouwd...

(Foto: Replica)

Korbij werden rond deze periode nog bijkomend 2 bakstenen loodsen opgetrokken zodat er uiteindelijk stallingsplaats ontstond voor een 40 tal vliegtuigen.

Rondom het vliegveld werden toen ook bijkomende lichtere 20 mm FLAK verdedigingen voorzien.

Er werden ook opslagplaatsen voor vliegtuigbommen voorzien. Mogelijks betreffen dit structuren zoals men heden nog kan zien langs de Ringbaan. Dit alles was nog altijd met het idee van het vervolg op de slag om Engeland nog zou volgen met mogelijks opstijgende bommenwerpers vanaf Maldegem. Door de vele problemen in Rusland zou het echter nooit meer zover komen.

Vrij rudimentair opgetrokken structuren langs de Ringbaan. Het zijn structuren opgetrokken in combinaties van baksteen caissons gevuld met beton, baksteen, prefab betonblokken en gewapend beton. De specifieke details over de functies van deze gebouwen ontbreken op het moment. Er stonden er trouwens op deze locatie waar er tot eind 2022 nog 4 structuren stonden, ooit 5. De structuren lagen er in 2020 verlaten en verwaarloosd bij. Vrij respectloos waren het ondertussen illegale stortplaatsen geworden. Dat was zeker geen optimale situatie en het leidde er toe dat eind 2022 nog eens 2 van de daar nog aanwezige 4 structuren werden gesloopt binnen de uitbreiding van de daar aanwezige industriezone. De overige 2 structuren zouden bewaard en geïntegreerd worden binnen de aangroeiende industriezone.

Ook zuidelijk van het vliegveld zijn nog eens 2 dergelijke structuren terug te vinden. Deze zijn beiden nog in zeer goede staat en worden als stalplaats gebruikt voor dieren. In deze buurt stond ten tijde van het vliegveld heel wat luchtafweergeschut opgesteld.

Ook nog vrij zuidelijk van het vliegveld kan men nog deze ruine terugvinden. Dit was 1 van 3 vrij identieke structuren hier in de buurt waar ooit officieren en vliegend personeel verbleven. De tweede gelijkaardige structuur is de hoeve heden nog gebruikt als woning. De 3e structuur stond op de terreinen van de firma De Bree en werd gesloopt.

Met het verdwijnen van de opleidingseenheden uit het Meetjesland zou echter de militaire functie van de 3 vliegvelden Maldegem, Ursel en Aalter in de komende jaren sterk dalen en bijna onbestaande worden buiten af en toe eens het depanneren van een vliegtuig met brandstoftekort of panne.

Het vliegveld van Maldegem na de bevrijding

Meteen na de bevrijding in September 1944 werden de 3 vliegvelden van het Meetjesland opnieuw uitgebouwd door de geallieerden. Zo werd de eerder uitgebouwde piste van 750 meter nog eens verlengd met 550 meter asfaltbaan.

Vanaf Oktober 1944 landden er opnieuw geallieerde vliegtuigen op de infrastructuur van Maldegem.

Ze dienden vanuit Maldegem Britse vaartuigen te begeleiden die richting Walcheren voeren. Op Allerzielen dienden ze steun te bieden bij een bombardement op Middelburg onder hevig weerstand biedend Flakgeschut.

Foto 349e Belgian Squadron (Wikipedia)

Op 1 en 2 November 1944 landden tientallen Spitfires op Maldegem van het 349e Belgian Squadron. Daarnaast waren er ook nog toestellen van het 33e, 222e en 485e Squadron die vooral uit Nieuw-Zeelandste piloten bestonden. Op 3 November 1944 volgden aanvallen op artilleriestellingen te Utrecht. 2 Belgische piloten zouden deze 3e November het leven laten. De Nieuw-Zeelandse piloten werden die dag ingezet tegen Duitse stellingen te Breda. Op 4 November 1944 volgden aanvallen tegen de regio Klundert, Dinteloord en Zevenbergen. Op 6 en 7 November 1944 zijn Gouda en Dordrecht aan de beurt komen. Op 8 November 1944 werden de aanvallen opnieuw verlegd naar de spoorweginfrastructuur bij Dordrecht.

Op 11 November 1944 landden er op Maldegem ook nog enkele Fairey Swordfish dubbeldekkers van het 119e Squadron die altijd dienst hadden gedaan op een aantal oudere vliegdekschepen en nu waren toegevoegd aan de kustbewakingsdiensten.

Fairey Swordfish (Foto: Wikipedia)

Deze Swordfishes tweedekkers zouden nog een tijd dienst doen vanuit Maldegem. Hun taak bestond eigenlijk uit bespiedingsvluchten heel hoog in de lucht van Duitse bewegingen van schepen en vliegtuigen op lagere hoogte in Zuid Nederland.

Onderschat deze oude vliegtuigen niet. Zij zouden ooit trouwens leiden tot het zinken van het legendarische Duitse slagschip de Bismarck. Deze werd namelijk getroffen op zijn roer door een een torpedo afgeworpen vanaf een dergelijke tweedekker. Hierdoor werd dit slagschip praktisch onbestuurdbaar en voer op die manier recht in de armen van een massa geallieerde oorlogschepen die het op die manier wel degelijk tot zinken wisten te brengen. (Voor alle duidelijkheid, dit had niets te zien met de vliegtuigen van dit type opgesteld te Maldegem)

Vanaf 18 November 1944 herbeginnen de aanvallen van het Belgian Squadron en zijn steunbiedende Nieuw-Zeelandse eenheden. Op deze dag zou een solo vliegtuig nog een aanval op Dunkerque ondernemen op Duitse stellingen. Op 19 November 1944 zou bij een van de zovele aanvallen op de stellingen te Amersfoort 1 van 4 Spitfire getroffen worden door Duits Flakgeschut. De piloot zou nooit Maldegem opnieuw weten te bereiken. Tussen 25 en 26 November 1944 werden doelwitten geviseerd bij Utrecht, Hilversum en Ede. Ondertussen was het Belgische Squadron opnieuw versterkt met de eerder op bijkomende opleiding gestuurde Nieuw-Zeelanders. Op 29 November 1944 volgde een aanval op een Duits commandocentrum nabij Dunkerque stad. Het kon grotendeels vernield worden maar 1 Spitfire werd uit de lucht gehaald en storte neer nabij Petite Synthe. Op 30 November 1944 volgden aanvallen op Leeuwarden en een poging om in Dunkerque met pamfletten de Duitsers aan te zetten tot het stopzetten van de weerstand, wat ze niet deden. De dag nadien op 1 December 1944 zou een zwaar bombardement gebeuren op een aantal zeer weerstandige sectoren in Dunkerque. Hierbij werd een hoeve letterlijk met heel zware bommen uit het landschap weg gebombardeerd. In December volgden nog aanvallen op de spoorlijn Arnhem-Utrecht, de stad Amersfoort, de spoorweg Utrecht-Zwolle en de spoorlijnen bij Amersfoort. Er gebeurden ook escortevluchten van bommenwerpers op de stad Wesel, Zutphen en Deventer.

Op 14 December 1944 verhuisden de 2-dekkers van het 119e Squadron naar Knokke Zoute om van daaruit hun taken verder te zetten. De dag nadien zou ook het 33e Squadron Maldegem verlaten.

Maldegem was op dat moment nog enkel gebruikt door het 349e Belgian Squadron en het 485e Squadron gevormd door Nieuw Zeelandse piloten (Kiwi's)

Op 18 December 1944 waren er plannen om Amerikaanse tegenaanvallen te steunen na zware Duitse doorbraakpogingen in de Ardennen (het Ardennenoffensief). Doch door de hevige mist, werd de luchtmacht aan de grond genageld en was vliegen onmogelijk. De dagen nadien zouden de opdrachten vooral bestaan uit het escorteren van bommenwerpers op de regio Keulen.

Pas op 25 December 1944 (Kerstdag) waren er verschillende aanvallen op gevechtszones in de Ardennen en in Nederland op een aantal schepen nabij Schouwen. Bij een aanval op Sanct Vith zou een Spitfire worden getroffen en een noodlanding dienen te maken nabij Remersdaal (Voeren). De piloot zou de crash overleven maar uiteindelijk toch aan zijn zware verwondingen overlijden. Hij overleefde nochtans in het zelfde jaar in augustus reeds een crash te Balegem. Hij werd alvast het laatste slachtoffer-vliegenier van Het Belgian Squadron die tijdens de oorlog in Maldegem zou zijn opgestegen.

De geallieerden veronderstelde op dat moment dat België zo goed als bevrijd mocht beschouwd worden.

Op 1 Januari 1945 zou er echter nog een zware domper te verwerken vallen. Gesteund door alles wat de nog aanwezige Duitse Jagdgeschwader bij elkaar konden krijgen, werd een plan uitgedokterd om zoveel mogelijk geallieerde vliegvelden in Nederland, België en Frankrijk uit te schakelen om zo de massale luchtaanvallen op hun stellingen te kunnen verminderen. De aanvallen vonden plaats met alles wat men nog in de strijd kon gooien van Focke-Wulfs en Messerschmitts.

Links een Messerschmitt Bf109 E(mil), rechts een Focke Wulf 190 (Foto: Warbirds)

Hier in de regio deelden Ursel, Maldegem en Sint Denijs Westrem in de schade. De jachtvliegtuigen die Maldegem viseerden waren van de eenheden die er eerder nog gestationeerd waren in 1941.

Te Maldegem lag om 9u het vliegveld nog grotendeels onder de sneeuw toen de eerste 12 Messerschmitts van de 3e Gruppe over het vliegveld raasden. Ze losten eerst geen schot waardoor het grondpersoneel dacht dat het Amerikaanse toestellen waren. Er werd dan ook in eerste instantie niet gereageerd door de nog aanwezige luchtafweer.

Men besefte pas een Duitse aanval mee te maken toen ze kort nadien opnieuw laag over de horizon vurend op het vliegveld afstormden. Piloten werden hals over kop opgeroepen om hun vliegtuigen nog de lucht in te proberen krijgen. Helaas stonden heel wat vliegtuigen brandend op de parkingplaatsen. Gelukkig voor de piloten van het Belgisch Squadron waren het vooral de vliegtuigen van de Nieuw Zeelanders die werden geraakt. De Belgen stonden achter de loodsen en werden allicht niet opgemerkt door de Duitsers.

Enkele Belgen wisten een 20 tal minuten na de aanval alsnog op te stijgen vanaf Maldegem maar konden geen enkele Duitser meer spotten. Wel stelde men vast dat ook het vliegveld van Ursel zwaar in brand stond.

In Maldegem werden maar liefst 14 toestellen van de Nieuw-Zeelanders op de grond vernield. Daarnaast ook nog 1 van de Belgen, dit van hun commandant.

Het juist aangevallen vliegveld van Sint Denijs Westrem op 1 januari 1945. (Collectie Georges Antheunis)

De daaropvolgende dagen zouden nog een laatste aantal opdrachten vanaf Maldegem worden uitgevoerd. Op 5 Januari 1945 volgde nog een raid om een aantal Duitse stellingen nabij het eiland Schouwen uit te schakelen. In die regio zouden Duitse weerstandsnesten nog hevig weerstand blijven bieden. Er zullen nog een tweetal Spitfires verplicht een noodlanding moeten maken en 4 anderen zullen zwaar doorzeefd opnieuw Maldegem bereiken. Gelukkig vallen er geen doden meer.

De laatste 2 te betreuren piloten uit Maldegem, waren 2 Nieuw-Zeelandse piloten die bij een duikvlucht op een stoomtrein van veel te dicht, het stoomvat deden ontploffen en zelf hiervan het slachtoffer werden. Het ene vliegtuig diende een crashlanding te maken die de piloot niet overleefde. De piloot van het tweede vliegtuig trachtte zich nog te redden met zijn parachute maar diende dit te doen van een veel te lage hoogte waardoor hij de landing wel overleefde maar zeer kort nadien aan zijn verwondingen overleed.

Met deze feiten en het feit dat het vliegveld ondertussen volledig onder de sneeuw lag, eindigde letterlijk het oorlogsverleden van het vliegveld van Maldegem. Op 7 en 8 Januari 1945 waren er nog enkele kleine verkenningsvluchten en op 13 Januari 1945 verlegde het Belgian Squadron zich van Maldegem naar Gilze Rijen in Limburg. Op 18 Januari 1945 deden ook de nog aanwezige Nieuw-Zeelanders hetzelfde en was Maldegem verlaten van vaste vliegtuigen.

De toestand van de piste was ondertussen rampzalig geworden zodat op 29 Januari 1945 een uitgebreide ploeg van 190 man van het 505e Airfield Construction Squadron met hulp van een 150 tal plaatselijke arbeiders de landingsstrook herstelden.

Op 1 Februari 1945 kon Maldegem opnieuw gebruikt worden als herbewapenings- en tankplaats voor jacht- en transportvliegtuigen al zou dit met het eindigen van de oorlogsactiviteiten uiteindelijk niet meer nodig blijken.

Dit was ook meteen het einde van het militaire verleden van dit vliegveld.

Een van de hoofdredenen om nu met spoed dit artikel op de website te zetten, is het proberen aanzetten om toch op deze groeiende industriezone nog enig respect te tonen voor de structuren van dit vliegveld die heden nog aanwezig zijn. Er zijn ondertussen al structuren verdwenen die jammer genoeg beter hadden blijven staan als herinnering aan een stuk oorlogsverleden in de regio. Nieuwe industriegebieden zijn jammer genoeg heel vaak niet optimaal te combineren met dit type van erfgoed. Laat ons hopen dat dit hier anders is voor wat er heden nog van rest.

Gebruikte bronnen voor foto's en teksten: